Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Cimmeriërs

betekenis & definitie

lat. Cimmcrii, een barbaarsch volk in het oosten van Europa; ze bewoonden een tijd lang de omstreken van den Palus Meotis (zee van Azof) ; naar hen is waarschijnlijk de Krim aldus genoemd.

Door de aziatische Scythen verdreven, vlugtten zij eerst naar de oostkusten der Zwarte Zee, namen vervolgens hunnen loop west- en zuidwestwaarts, en drongen door in Pontus, Cappadociè, enz. Zij veroverden zelfs Lydië, en maakten zich meester van Sardes; Alyattes verdreef hen van daar omstr. 610 v. Chr., en daarop verdwijnen zij uit de geschiedenis (zie CIMBREN). In de mythologie wordt bet land der Cimmeriërs genoemd het verblijfoord van den Slaap.

< >