naam van de 1ste dynastie der Mamelukken, die in Egypte regeerden. Deze Mamelukken waren oorspronkelijk jonge Turken, die de Tartaren aan egyptische kooplieden hadden verkocht.
De soedan Malek-Saleh, uit de dynastie der Ayoebiden, kocht ze, ten getale van duizend, van deze kooplieden terug, en liet ze in eene vesting, gebouwd aan den oever der zee (arabisch Bahr of Bahar) in den wapenhandel oefenen; vandaar hunne benaming Bahariten, d. i. zeelieden. Eindelijk maakten zij zich van het opperbewind meester, en benoemden een hunner, Noereddin-Ali, tot opperhoofd, die den titel aannam van soedan van Egypte (1254). De B. hebben zich staande gehouden tot 1382, toen het oppergezag overging in handen van de Mamelukken-Bordzjiten (zie MAMELUKKEN).