Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Azo

betekenis & definitie

een kundig regtsgeleerde, gest. 1200 o 1225,onderwees deregtente Montpellieren Bologna, kort na Irnerius; hij schreef verscheidene geleerde werken, vereenigd onderden titel van Summa Azonis, en eene Glose sur le Digesleet le Code (Spiers 1482), welke langen tijd zeer gezocht was.

< >