Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Anholt

betekenis & definitie

1) deensch eiland in het Kattegat, ten zuidoosten van Lessöe, beslaat 1 vierk. mijl, slechts met eenige hutten bebouwd, bewoond dooreen honderdtal zielen, meest levende van de visch- en robbenvangst. Op A. is een vuurtoren.

2) stad in pruisisch Westfalen, 2000 inw.; ruim 2 mijlen benoordoosten Cleve; liet is de residentie der prinsen van Salm-Salm.

< >