of Agrarische wetten, noemde men bij de Romeinen zekere wetten, zooals er op verschillende tijdstippen zijn voorgesteld, ten doel hebbende eene billijke verdeeling van gronden, die door verovering staats-eigendom waren geworden, en die men wilde verdeelen onder de overwinnaars, of ook wel een gedeelte er van toewijzen aan behoeftige burgers. Het doel van die wetten was dus nooit, zooals wel eens gedacht en beweerd is, eene gelijke verdeeling van het gansche grondgebied onder al de ingezetenen des rijks - dat communistische idee heeft nooit een romeinsch wetgever gehad, althans nooit getracht het ingang te doen vinden.
Desniettemin werden dergelijke wetsvoorstellen altijd zeer slecht ontvangen en door de meerderheid verworpen. De eenigen, die eene lex agraria hebben doen aannemen, zijn geweest Tiberius Gracchus (133 v. Chr.), en Julius Cesar (59 v. Chr.). Tot vinnige twisten gaven dergelijke A. aanleiding, zooals dan ook de beiden Gracchen als slagtoffers daarvan vielen. In het laatst der 18e eeuw heeft Babeuf, bijgenaamd Gracchus, met behulp van zijnen aanhalig eene soort van communistische lex agraria in Frankrijk zoeken in te voeren, doch zijne pogingen leden schipbreuk, zooals dergelijke dwaze plannen altijd mislukken zullen zoolang de wereld staat.