noemt men eene groep van omstreeks 40 eilanden van Polynesië ten noorden van Nieuw-Bretanje, op 144" 30’ oosterlengte en 2" 12 zuiderbreedte. Op het grootste na (het groote Admiraliteits-eiland, beslaande een omtrek van circa 26 mijlen) zijn ze allen zeer klein, bergachtig, met steile kusten.
Ze hebben een zeer aangenaam klimaat en een vruchtbaren grond. He meeste zijn onbewoond ; van de andere zijn de inboorlingen Negritoos en Papocaas (kroesharig ras), welke naakt loopen. Deze eilandgroep werd in 1656 door de Hollanders ontdekt, en vervolgens bezocht iu 1767 doorCarteret, in 1781 doorMorello,in 1793 door d'Entrecasteaux.