Neuralgie, pijn in het verloop eener zenuw, in den regel in aanvallen optredend (soms ook continu met verheffingen), waarbij nog geen ziekelijke veranderingen in de betreffende zenuw zijn gevonden. De Z. kan in alle organen zetelen en wordt in den regel aangeduid door achter den naam van het orgaan de uitgang algia te plaatsen; zoo heeft men odontalgia (kiespijn), gastralgia (maagpijn), cephalalgia (hoofdpijn), prosopalgia (aangezichtspijn), enz.
De meeste dezer vormen van Z. zijn afzonderlijk beschreven. Bijna altijd vindt men in het verloop der zenuw drukpunten (z.g. points douloureux), waar de pijn heftiger is, terwijl bij druk op die plaatsen een pijnaanval of versterking der pijn optreedt. De Z. kan optreden bij plaatselijke aandoeningen (zenuwontsteking, druk van een gezwel, ontsteking in de nabijheid, inwerking van koude enz.), en ook bij algemeene ziekten (chlorose, malaria, jicht, syphilis). Soms wordt de Z. ook reflectorisch opgewekt (ingewandswormen, zwangerschap). De behandeling tracht zoo mogelijk de oorzaak te bestrijden of weg te nemen; in sommige gevallen zijn pijnstillende middelen noodig. Verder komen in aanmerking inspuitingen in de zenuwen met alcohol, osmiumzuur enz., en het operatief wegnemen der aangedane zenuw.