Het overboord zetten van een persoon die op een schip is overleden. De Wet op de Lijkbezorging staat overboordzetting slechts toe voor personen die overleden zijn aan boord van een op zee varend Nederlands schip.
Deze handeling vond plaats buiten de territoriale wateren. De overledene werd in een stuk zeildoek verpakt dat verzwaard was met ijzer of lood. Het schip werd stilgelegd en de verpakte overledene werd op een luik op de railing geplaatst. Met een 'een, twee, drie, in Godsnaam' gleed het verpakte en verzwaarde lijk in de diepte. In het 'Alternative Service Book' van de Church of England staat onder andere: Als de (begrafenis)dienst op zee wordt gehouden ... wordt 'den diepte' gezegd in plaats van 'de grond', en de woorden 'aarde tot aarde, stoftot stof, as tot as' worden weggelaten.'
