Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Gepubliceerd op 13-07-2022

Soigner

betekenis & definitie

I. zorg dragen voor, verzorgen; oppassen, verplegen; geneeskundig behandelen; (il) faut soigner ça, u moet daar iets aan doen; soigner qn., iemand onder handen nemen; iemand eens flink afranselen;

II. se soigner, voor zijn gezondheid zorgen, zich ontzien; veel zorg besteden aan zijn toilet.

< >