Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Gepubliceerd op 13-07-2022

Rêver

betekenis & definitie

I. dromen; suffen; mijmeren; ijlen; rêver tout éveillé, zitten dromen (suffen); rêver à qc., (altijd) denken aan; hopen op; rêver de, dromen van;

II. dromen van (over);

III. se rêver millionnaire, in zijn verbeelding ... zijn, zich ... wanen.

< >