I. overtuigen, overreden, overhalen, bepraten, ertoe krijgen; doen geloven; persuader qc. à qn., persuader qn. de qc., iemand van iets overtuigen;
II. se persuader, zich verbeelden, geloven; overtuigd zijn; elkaar wijsmaken dat....
Gepubliceerd op 13-07-2022
betekenis & definitie
I. overtuigen, overreden, overhalen, bepraten, ertoe krijgen; doen geloven; persuader qc. à qn., persuader qn. de qc., iemand van iets overtuigen;
II. se persuader, zich verbeelden, geloven; overtuigd zijn; elkaar wijsmaken dat....
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: