Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Gepubliceerd op 13-07-2022

Ordonner

betekenis & definitie

I. regelen, schikken; bevelen, order geven, gelasten: verordenen, voorschrijven; ordenen, wijden; ordonner qn. prêtre, iemand tot priester wijden;

II. commanderen; ordonner de, beschikken over;

III. s’ordonner, bevolen worden; zich schikken; regelmatig worden.

< >