Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Gepubliceerd op 13-07-2022

Ordonnance

betekenis & definitie

regeling, schikking, ordening, inrichting; verordening, bevel; voorschrift, recept: beschikking [v. rechter]; mandaat, order tot uitbetaling; ordonnans; oppasser; officier d’ordonnance, adjudant; uniforme d’ordonnance, voorgeschreven uniform, modeluniform.

< >