I. treuzelaar, talmer, teut(kous), futselaar, leuteraar, druiler, druiloor;
II. treuzelachtig, teuterig.
Gepubliceerd op 13-07-2022
betekenis & definitie
I. treuzelaar, talmer, teut(kous), futselaar, leuteraar, druiler, druiloor;
II. treuzelachtig, teuterig.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: