I. improviseren;
II. improviseren, zo maar geven, uit de mouw schudden, voor de vuist dichten; op staande voet nemen [maatregel], vlug in elkaar zetten [feest];
III. s’improviser, geïmproviseerd worden; zich ontpoppen als.
Gepubliceerd op 13-07-2022
betekenis & definitie
I. improviseren;
II. improviseren, zo maar geven, uit de mouw schudden, voor de vuist dichten; op staande voet nemen [maatregel], vlug in elkaar zetten [feest];
III. s’improviser, geïmproviseerd worden; zich ontpoppen als.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: