Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Gepubliceerd op 13-07-2022

Heurter

betekenis & definitie

I. stoten tegen, aanvaren, lopen op [een mijn], oplopen tegen; strijden met, indruisen tegen; schokken, kwetsen, aanstoot geven aan;

II. stoten, botsen; (aan)kloppen;

III. se heurter, (zich) stoten; botsen, met elk. in botsing komen; stoterig zijn, geen verband houden; se heurter à, ontmoeten, afstuiten op.

< >