I. rechtop doen staan, opzetten; stekelig maken, met punten voorzien; vol maken, volstoppen, bedekken, bezetten (de met);
II. te berge rijzen;
III. se hérisser, te berge rijzen; zijn veren opzetten; lastig worden; se hérisser de, volgestopt worden met, zich bedekken, bezet worden met; vol zitten met [moeilijkheden].