Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Gepubliceerd op 13-07-2022

Gré

betekenis & definitie

zin, wil, goedvinden; dank; à mon gré naar mijn zin; naar goeddunken, naar willekeur; in mijn oog; au gré de l'acheteur, naar keuze van de koper; au gré des besoins, naar gelang van de behoeften; au gré du vent, als een speelbal van de wind; de gré ou de force, bon gré mal gré, goedschiks of kwaadschiks, willens of onwillens, nolens volens; de mon plein gré geheel vrijwillig; de gré à gré, in der minne; vendre de gré à gré, uit de hand verkopen; savoir gré, dank weten, dankbaar zijn; je lui en sais mauvais gré, ik neem het hem kwalijk.

< >