I. doen bevriezen;
II. vriezen; bevriezen; il gèle à pierre fendre, ’t vriest dat ’t kraakt; il a gelé blanc, het heeft gerijpt (rijp gevroren); je gèle, ik ben ijskoud;
III. se geler, bevriezen.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: