I. vreemd, buitenlands, uitheems; étranger à, vreemd aan, onbekend met, niet behorend bij; ministre des Affaires Étrangères, minister van Buitenlandse Zaken;
II. buitenland; vreemdeling; vreemde, onbekende; à l’étranger , in 't buitenland, in den vreemde.