Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Gepubliceerd op 13-07-2022

Étranger

betekenis & definitie

I. vreemd, buitenlands, uitheems; étranger à, vreemd aan, onbekend met, niet behorend bij; ministre des Affaires Étrangères, minister van Buitenlandse Zaken;

II. buitenland; vreemdeling; vreemde, onbekende; à l’étranger , in 't buitenland, in den vreemde.

< >