I. van de hand doen, slijten;
II. s’écouler, weg-, afvloeien, uitstromen, aflopen; voorbijgaan, verstrijken, verlopen; uiteengaan, weglopen; van de hand gaan.
Gepubliceerd op 13-07-2022
betekenis & definitie
I. van de hand doen, slijten;
II. s’écouler, weg-, afvloeien, uitstromen, aflopen; voorbijgaan, verstrijken, verlopen; uiteengaan, weglopen; van de hand gaan.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: