Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Gepubliceerd op 25-05-2022

Crever

betekenis & definitie

I. barsten, springen [bom, fietsband], losbarsten [onweder], doorbreken [zweer], splijten [aarde, muur]; verrekken, kreperen;

II. doen barsten (springen), doorbreken, openscheuren, opensnijden, doodrijden [paard], volstoppen, nekken, breken [hart], lijden [honger]; crever les yeux à, de ogen uitsteken; de ogen bederven; crever les yeux, vlak voor de neus liggen; in ’t oog springen;

III. se crever, barsten, springen.

< >