Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Gepubliceerd op 25-05-2022

Continuer

betekenis & definitie

I. voortgaan met, doorgaan met, vervolgen, voortzetten, verlengen, hernieuwen, bestendigen, herbenoemen, herkiezen, handhaven [in zijn ambt];

II. voortgaan (à, de met), doorgaan (met), blijven, aanhouden, voortduren; ook =

III. se continuer, voortgaan, zich voortzetten, dóórlopen, zich uitstrekken.

< >