I. besluiten (de uit), een gevolgtrekking maken (uit), afleiden (uit), opmaken (uit); sluiten, aangaan; afsluiten, besluiten;
II. conclure à, eisen; concluderen tot.
Gepubliceerd op 25-05-2022
betekenis & definitie
I. besluiten (de uit), een gevolgtrekking maken (uit), afleiden (uit), opmaken (uit); sluiten, aangaan; afsluiten, besluiten;
II. conclure à, eisen; concluderen tot.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: