Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Gepubliceerd op 25-05-2022

Certificat

betekenis & definitie

getuigschrift, bewijs, verklarig, attest(atie), certificaat; certificat provisoire, recepis; certificat d'aptitude, hulpakte; certificat d’études, getuigschrift dat men met vrucht de lagere school heeft afgelopen; certificat d'indigence, bewijs van onvermogen; certificat d'origine, bewijs van herkomst, certificaat van oorsprong; certificat de vie, attestatie de vita; certificat de bonne vie et mœurs, bewijs van goed zedelijk gedrag.

< >