I. legeren; zich ophouden; kamperen;
II. doen legeren; plaatsen.(neer)zetten, stevig drukken, parmantig zetten [hoed]; voorstellen [persoon v. e. toneelstuk]; camper à qn., iem. in de steek laten; être campé, (vast, stevig, parmantig) staan, (gemakkelijk, ongegeneerd) zitten, een plaats innemen;
III. se camper, (zich) legeren, kamperen; zich in postuur (schrap) zetten, op zijn gemak gaan zitten.