Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Gepubliceerd op 25-05-2022

Cacher

betekenis & definitie

I. verbergen, verborgen houden, weg-, verstoppen, bedekken, verhelen [waarheid], geheimhouden, verheimelijken, staan in [het licht]; cacher son jeu, zich niet in de kaart laten kijken; cacher sa vie, een teruggetrokken leven leiden;

II. se zich verbergen (verstoppen, verschuilen); schuilen, schuilgaan; se cacher qc., zich iets ontveinzen; se cacher de qn., iem. ontwijken, zijn daden (gevoelens) voor iem. verborgen houden; se cacher de qc., iets niet willen weten, niet willen uitkomen voor iets; ne pas se cacher de qc., iets niet onder stoelen of banken steken, er rond voor uitkomen, er geen geheim van maken.

< >