Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Gepubliceerd op 25-05-2022

Aviser

betekenis & definitie

I. in 't oog krijgen, toevallig bemerken; waarschuwen, raden; aviser qn. de qc., iem. iets berichten, iem. van iets in kennis stellen;

II. aviser à, bedacht zijn op, bedenken; bekijken, overwegen; il faut y aviser, daar moeten we toch wat aan doen;

III. s’aviser de, denken om; op de gedachte komen om, bedenken; in ’t hoofd krijgen.

< >