Laatste ronde voor de start van een Grand Prix, bedoeld om het materiaal op te warmen.
De opwarmronde lijkt misschien een formaliteit, maar is dat allerminst. Nadat de Formule 1-auto’s een half uur hebben stilgestaan op de startopstelling, moeten banden, remmen en motoren zorgvuldig worden opgewarmd. Zodra de lichten op groen gaan, moeten de auto’s een voor een vertrekken voor hun opwarmronde. Coureurs mogen zelf hun snelheid bepalen, maar snel is niet per se beter. De coureur die vooraan start zal zijn materiaal weliswaar sneller op bedrijfstemperatuur krijgen als hij flink doorrijdt, maar waarmee de rest er een langzamer tempo op nahoudt zal hij eenmaal op zijn startplek vervolgens zo lang moeten wachten dat de boel weer afkoelt. Meestal houden de coureurs tijdens de opwarmronde daarom wat afstand van elkaar, zodat ze kunnen slingeren, remmen en accelereren en zo hun banden en remmen kunnen opwarmen en de hybridesystemen kunnen opladen.
Inhalen is tijdens de opwarmronde niet toegestaan, tenzij een coureur vertraagt door technische problemen of een uitglijder en de auto’s achter hem geen andere mogelijkheid hebben. Als de vertraagde coureur zijn auto weer op gang krijgt en zijn plek in de rangorde kan innemen voordat het veld weer bij de startopstelling is, mag hij vanaf zijn eigen startplek starten. Zo niet, dan moet hij vanuit de pitstraat starten. Pas als alle auto’s stilstaan op de juiste positie, kan de start doorgang vinden.