Als geen ander drukte Michael Schumacher een stempel op zijn tijdperk. Verbrak record na record, maar kende een weinig succesvolle rentree en raakte na zijn afscheid als coureur zwaargewond bij een ski-ongeluk.
Geboren: 3 januari 1969 Actief: 1991-2012 Overwinningen: 91
Wereldkampioen: 1994,1995, 2000, 2001, 2002, 2003, 2004
Tegenwoordig wordt over Michael Schumacher vaak in de verleden tijd gesproken. Over de huidige toestand van de zevenvoudig wereldkampioen, die in 2013 zwaargewond raakte bij een ski-ongeluk, is maar weinig bekend. Zijn familie schermt hem zorgvuldig af van de buitenwereld, en zelfs nu zijn zoon Mick als Formule 1-coureur in zijn vaders voetsporen is getreden, komt er vrijwel nooit iets naar buiten over de gezondheidssituatie van ‘Der Michael’.
Zijn debuut in 1991 was een sensatie. Als relatief onbekende coureur stapte hij bij de Grand Prix van België in bij Jordan, dat hem al na één race verloor aan Benetton. Daar haalde Schumacher in 1994 zijn eerste wereldtitel. Onomstreden was die niet: Benetton zou met illegale software hebben gereden. Zelf schroomde Schumacher ook niet om de grenzen op te zoeken. Tot tweemaal toe ramde hij een titelrivaal uit de race.
In 1995, bij Damon Hill, pakte dat goed uit. Twee jaar later kreeg Schumacher het lid op de neus toen niet Jacques Villeneuve maar hijzelf moest opgeven met een kapotte auto.
Zijn grootste successen vierde Schumacher bij Ferrari, dat al jaren niet meer had gewonnen maar onder Schumachers leiding weer een kampioensteam werd. Vijf wereldtitels op rij en tal van records waren de oogst. Schumacher nam afscheid in 2006, maar liet zich verleiden tot een rentree bij Mercedes in 2010. Dat werd geen succes. Iets meer dan een jaar na zijn laatste Grand Prix waagde Schumacher, samen met zoon Mick, zich buiten de piste.