De Romeinen kenden slechts vier deugden: Prudentia (wijsheid), Iustitia (gerechtigheid), Fortitudo (moed) en Temperamentia (zelfbeheersing). De christenen hebben er nog drie aan toegevoegd.
Fides, Spes en Caritas (geloof, hoop en naastenliefde). Die deugden zijn minder verstandig.