Ewoud Sanders woordenboeken

Ewoud Sanders (2019)

Gepubliceerd op 07-02-2017

Toeter

betekenis & definitie

Toeter is in 1898 voor het eerst opgetekend in Aalst in Vlaanderen, in de zegswijze een toeter pakken voor 'drinken'. In 1959 is toeter in Zeeland aangetroffen in de betekenis 'groot glas sterke drank'. Volgens een informant wordt er op Schouwen-Duiveland tegenwoordig een 'dubbele jonge jenever' mee aangeduid. Het werkwoord toeteren is zowel in Zeeland als in Vlaanderen opgetekend voor 'zich bedrinken, zuipen'. Een Zeeuws dialect- woordenboek geeft als voorbeeldzin: ie hei knap getoeterd. Van een dronken iemand kun je zeggen: hij is toeter of toeterlazerus. In de zeemanstaal werd een 'glas bier' omstreeks 1960 een kou- we toeter genoemd.