Ewoud Sanders woordenboeken

Ewoud Sanders (2019)

Gepubliceerd op 19-02-2018

Stras

betekenis & definitie

namaakjuwelen

'De afleiding van de naam Pierres de Strass van de stad Strassburg, met als verklaring dat de stenen juist daar werden uitgevonden', schreef Constant von Wurzbach in 1879 in zijn Biographisches Lexicon des Kaiserthums …sterreich, 'is onrechtvaardig en geheel onjuist.'

Wurzbachs verontwaardiging was terecht maar kwam te laat, want in 1847, in een van de eerste Nederlandse woordenboeken die het woord stras vermeldt, staat als toelichting: 'zo genoemd naar zijnen uitvinder, een Straatsburger kunstenaar'.

Joseph Strasser kwam niet uit Straatsburg maar uit Wenen. Hij was daar in 1700 geboren en woonde in een van de drukke winkelstraten nabij de keizerlijke burcht. Volgens sommigen was hij juwelier, volgens anderen goudsmid.

Zeker is dat Strasser bezeten was van scheikundige experimenten. 'Hij gaf het grootste gedeelte van zijn bescheiden inkomen uit aan chemische proeven', schrijft von Wurzbach. In 1758 kwam Strasser op het opmerkelijke idee fijngemalen bergkristal te mengen met loodwit, gezuiverde potas, boorzuur en rattenkruit. Hij liet dit mengsel zo'n dertig uur op het vuur staan en kleurde de zeer fijne, doorzichtige massa die was ontstaan met verschillende metaaloxyden.

In eerste instantie legde Strasser zijn groene, rode en melkwitte stenen in de etalage van zijn winkel. Maar toen in de bekende dansgelegenheid de Mehlgrube een bal werd gehouden, behing hij zijn vrouw en zijn dochter ermee.

De familie baarde groot opzien. De flonkerende stenen leken zo op echte juwelen dat Strasser tegen het einde van de avond door de politie werd gearresteerd op verdenking van diefstal. Toen na onderzoek bleek dat hij ze inderdaad zelf had gemaakt, kreeg hij opdracht zich te melden bij keizer Frans Stephan, ook een hobbyist op dit gebied. Van keizerin Maria Theresia kreeg Strasser vervolgens geld om export naar Frankrijk op poten te zetten. Dit legde hem geen windeieren en hij stierf in 1773 als een rijk man.

Of het allemaal precies zo is gegaan als von Wurzbach verhaalt, valt te betwijfelen. Zelf beveelt hij aan de details nader te onderzoeken. Een recent naslagwerk corrigeert hem in ieder geval op één punt: keizerin Maria Theresia zou de produktie en verkoop van Strassers juwelen niet hebben aangemoedigd, maar juist verboden.

Dat zou ook verklaren waarom de imitatie-edelstenen vanaf het begin van de 19de eeuw vooral op grote schaal in Parijs werden geproduceerd. De goedkope, glinsterende namaakjuwelen waren een enorm succes en kregen de naam Pierres de Strass. Later werd dit verkort tot strass. Via het Frans kwam het woord - minus één s - in het Nederlands terecht, waar het de betekenis 'namaakjuwelen' kreeg.

Joseph Strasser had met zijn nepjuwelen onschuldige bedoelingen. Maar net als het nauwelijks van goud te onderscheiden pinsbek (z.a.), kwam het zo bedrieglijk op diamant lijkende stras al snel in verkeerde handen. Een Nederlands naslagwerk uit 1836 vond dit vanzelfsprekend: 'Dat er veel handel in valsche edelgesteenten gedreven wordt, en dus de bereiding van het stras eene industrie van groot belang is, behoeft hier natuurlijk naauwelijks herinnerd te worden.'