Ewoud Sanders woordenboeken

Ewoud Sanders (2019)

Gepubliceerd op 19-02-2018

Saxofoon

betekenis & definitie

blaasinstrument

De geschiedenis van de saxofoon wordt getekend door oorlogen, revoluties en militaire rivaliteit.

De Franse legerleiding probeerde al jaren haar muziekkapellen op het niveau te brengen van de Oostenrijkse en Pruisische bands, toen ze in 1841 een fonkelnieuw instrument onder ogen kreeg. De bouwer, Antoine Joseph Sax, werd op 6 november 1814 in Dinant in België‘ geboren en kreeg muziek en instrumentbouw met de paplepel ingegoten. Zijn vader had een grote blaasinstrumentenfabriek in Brussel, en Adolphe, zoals hij genoemd werd, bekwaamde zich aan het Brusselse conservatorium in fluit en klarinet.

Het enthousiasme van de Franse legerleiding deed Sax besluiten naar Parijs te verhuizen. Bovendien toonde het Franse conservatorium belangstelling, evenals de componist Berlioz.

De eerste jaren in Parijs werkte Sax gestadig aan de verbetering van zijn instrument, dat zelf weer een verbetering was van ventielbugel, tenorhoorn en bastuba. Hij patenteerde de saxofoon in 1846, maar het succes ervan was toen al verzekerd. Op 19 augustus 1845 stelde de minister van defensie de saxhoorn, saxofoon en saxotromba namelijk verplicht voor alle regimentsmuziekkapellen. Deze beslissing volgde op een concours tussen verschillende fanfarekorpsen waarbij Sax als grote overwinnaar uit de bus was gekomen.

Dit ministeriële besluit stuitte natuurlijk op fel verzet van andere instrumentbouwers. Tussen 1846 en 1867 was Sax dan ook onafgebroken in processen verwikkeld.

Sax won bijna al deze processen, maar tegen de revolutie die in 1848 uitbrak, kon hij niet op. Na het uitroepen van de republiek werd het ministeriële decreet ongedaan gemaakt, de saxinstrumenten verdwenen uit de militaire bands en in 1852 ging Sax failliet.

Adolphe had zich in de jaren daarvoor al een zeer inventief propagandist voor zijn instrument betoond. Al in 1844 had hij een eigen fanfare opgericht en vanaf 1847 organiseerde hij concerten met saxinstrumenten in de concertzaal die hij in zijn huis aan de rue Neuve Saint-Georges had laten bouwen.

Nu wist hij binnen twee jaar te bereiken dat Napoleon

III

hem benoemde tot Facteur d'instruments de musique de la maison militaire de l'empereur - een soort hofleverancier. De overheidsbestellingen stroomden weer binnen en Adolphe Sax & Cie ging een bloeitijd tegemoet. Tegen 1860 had het bedrijf al 20Ê000 instrumenten gemaakt en omstreeks 1877 zo'n 40Ê000. Om de afname te bestendigen gaf Sax saxofoonles aan het Parijse conservatorium. Bovendien richtte hij een uitgeverij op voor fanfaremuziek en concoursstukken voor saxinstrumenten.

Het mocht niet baten. De Frans-Duitse oorlog van 1870 en de daaropvolgende opstand in Parijs ondermijnden de afzet zozeer, dat Sax in 1873 voor de tweede keer failliet ging. Een derde faillissement volgde in 1877 en toen was het met de veerkracht van de ingenieuze instrumentbouwer gedaan. Hij zag zich genoodzaakt zijn grote particuliere verzameling instrumenten te veilen. In de jaren daarna bouwde hij nog maar een paar duizend instrumenten.

Zijn naam was intussen wel tot een Nederlands naslagwerk doorgedrongen. In 1887 schreef de Winkler Prins: 'Saxhoorns hebben een aangenamen, zwaarmoedig gekleurden toon. Wegens de dikke buis is de schaal onzeker en de intonatie moeielijk.'

Sax stierf op 7 februari 1894 in Parijs, in grote armoede. De saxofoon raakte jarenlang in onbruik en in 1928 verkocht Edouard Sax merknaam en werkplaatsen aan de Parijse instrumentbouwer Selmer.

Enkele andere instrumenten en begrippen uit de muziek die op een persoon teruggaan: bandoneon of ook wel bandonion, trekharmonika met toetsen, omstreeks 1840 uitgevonden door de Duitser H. Band [1821-1860]; dolby, systeem voor ruisonderdrukking op geluidsapparatuur, in oktober 1966 uitgevonden door de Amerikaanse ingenieur Ray M. Dolby [geboren 1933]; hammondorgel, elektrisch orgel, in 1935 uitgevonden door de Amerikaanse ingenieur Laurens Hammond [1895-1973]; pathefoon, ouderwetse platenspeler, uitgevonden door de Fransman Charles Pathé [1863-1957]; schrammelmuziek, (Oostenrijkse) populaire muziek, zo genoemd naar de Weense musicus Johannes Schrammel [1850-1893]. Een schrammelorkest bestaat uit twee violen, een gitaar en een accordeon; sousafoon, een soort contrabastuba, naar de Amerikaanse componist en kapelmeester John Philip Sousa [1854-1932], die dit instrument verbeterde en in de VS introduceerde; en het wurlitzerorgel, een orgel dat vanwege zijn vele effecten werd gebruikt als begeleidingsinstrument bij stomme films, in 1880 uitgevonden door de naar de VS geëmigreerde Duitser Rudolf Wurlitzer.

Het woord tingeltangel, een café-chantant van gering allooi of een erbarmelijke piano, is in verband gebracht met drie verschillende personen: de Duitse volkszanger Tango die omstreeks 1870 bekendheid verwierf met het liedje 'Zum tingelingeling', waarbij hij zichzelf op triangel begeleidde; een zekere Karl Tange die in 1890 in Berlijn het café Triangel beheerde en bekend stond als 'Triangel-Tange'; en volkszanger Gotthold Tange, die zo opdringerig was met het ophalen van geld ('tingeln') dat hij de bijnaam 'Tingel-Tange' kreeg. Al deze verklaringen doen echter nogal gezocht aan.

Vergelijk spinet