Ewoud Sanders woordenboeken

Ewoud Sanders (2019)

Gepubliceerd op 19-02-2018

Röntgenstraling

betekenis & definitie

kortgolvige elektromagnetische straling

In 1945 was de verwondering nog niet voorbij. Op 28 augustus van dat jaar schreef De Maasbode dat Quisling (z.a.) voorafgaand aan zijn proces was onderzocht op kwalen die zijn toerekeningsvatbaarheid konden beïnvloeden. 'Inspuitingen in de bloedcellen van zijn hersenen', verduidelijkte het dagblad, 'hebben het nemen van foto's met X-stralen mogelijk gemaakt.'

Van Dale was in 1898 het eerste woordenboek dat de twee jaar daarvoor ontdekte X-stralen vermeldde. 'Eene sterk trillende soort van electrische lichtstralen waarmee men door ondoorschijnende stoffen heen kan photographeeren, door Röntgen ontdekt', luidde de omschrijving.

Een jaar later, in de Woordenschat van De Beer en Laurillard, was de naam veranderd in Röntgen-stralen. Het woordenboek besteedde een hele kolom aan de uitvinding en besprak, duidelijk opgewonden, de vele mogelijkheden van 'photographie van het onzichtbare'. 'Men kan met behulp van die stralen nauwkeurig weten, waar ergens in het lichaam bv. eene naald, een kogel of iets dergelijks schuilt [...] ook geschikt om valsche parelen en diamanten van echte te onderscheiden [...] de stralen kunnen ook dienen om gevallen van schijndood te bepalen [...] wijl de spieren van een doode voor die stralen gemakkelijker doordringbaar zijn dan bij een levende.' Enzovoorts.

Wat de opwinding nog vergrootte was dat de op 27 maart 1845 in Lennep in Duitsland geboren Wilhelm Conrad Röntgen eigenlijk een beetje een Nederlander was. 'Tot eer van ons land strekke', aldus De Beer en Laurillard, 'dat de plotseling zo beroemd geworden hoogleeraar geruimen tijd alhier vertoefde.' Zijn ouders woonden jarenlang in Apeldoorn, zijn moeder was in Nederland geboren en een Nederlandse dominee zegende in 1872 zijn huwelijk in. Bovendien was hij bijna in Utrecht hoogleraar geworden.

De werkelijkheid was echter iets anders. Volgens zijn biograaf werd Röntgen op zijn zestiende in Utrecht van school gestuurd omdat hij weigerde een klasgenootje te verlinken dat een karikatuur van de meester had getekend. Tot zijn verdriet kon Röntgen daardoor niet officieel worden ingeschreven aan de universiteit van Utrecht. Wel werd hem in 1888 door de Utrechtse universiteit een leerstoel aangeboden, maar dit gebeurde pas nadat Röntgen in Zwitserland en Duitsland carrière had gemaakt.

In plaats van in Utrecht werd hij hoogleraar aan de universiteit van Würzburg. Daar was het dat hij op 8 november 1895 bij toeval een onbekende straling ontdekte die hij vanwege het mysterieuze karakter ervan X-stralen (X = het onbekende) noemde. Röntgen sloot zich op in zijn laboratorium en op 22 december was hij zo ver dat hij een skeletfoto maakte van de hand van zijn vrouw.

Op 23 januari 1896 demonstreerde Röntgen de werking van de stralen voor collega's in WÜrzburg. De Duitse ontleedkundige Albert von Kölliker liet bij deze gelegenheid zijn hand doorlichten. Na afloop stelde hij onder grote bijval voor, de stralen voortaan röntgenstralen te noemen. Röntgen wees dit aanbod van de hand en zou het woord niet in zijn eigen publikaties gebruiken. De ontdekking van de röntgenstralen zorgde echter internationaal voor een sensatie en de term raakte al zeer spoedig ingeburgerd.

'De mogelijkheid om levende skeletten te zien, zo prikkelend voor de morbide menselijke fantasie', schrijft zijn biograaf, 'droeg zonder twijfel bij aan de razendsnelle verspreiding van het nieuws.' Röntgen was op slag wereldberoemd en kreeg in 1901 als eerste de Nobelprijs voor natuurkunde. Toen hij op 10 februari 1923 in München stierf, werden er nog steeds volop nieuwe toepassingsmogelijkheden van zijn vinding ontdekt. De woordenboeken volgden deze ontwikkeling op de voet en van een omschrijving van één zin in de Van Dale van 1898, is röntgen een woord geworden met alleen al 45 verschillende samenstellingen in de elfde druk van Van Dale!

Twee andere soorten straling die naar een persoon zijn genoemd: buckystralen, zeer zachte röntgenstralen gebruikt voor oppervlaktetherapie, voor het eerst toegepast door de Amerikaan Gust. Bucky [1880-1963]; en becquerelstralen, een verouderde benaming voor radio-actieve straling, ontdekt door de Franse natuurkundige Henri Becquerel [1852-1908]. Overigens kwamen de eerste röntgenstralen uit zogeheten Crookes-buizen, kathodestraalbuizen, uitgevonden door de Engelse natuurkundige Sir William Crookes [1832-1919].