vrouw; prostituee
In 1845 voor het eerst opgenomen in een Bargoense woordenlijst, in de Algemeene Konst- en Letterbode. Wellicht van het Jiddische chonte dat ‘deerne’ betekent en dat ook voorkomt in de Duitse dieventaal.
Gondel is in verschillende samenstellingen aangetroffen: gondelspiese (zie hierna), gondelbajes (1906, ‘bordeel’), gondeltas (1906, ‘bordeel’) en gondelkit (zie aldaar). E.G. van Bolhuis vermeldde in 1937 in De Gabbertaal de verbinding toffe gondel voor ‘aardig meisje’.
• Want tusschen zeventien en éénentwintig, beleefde maagdelijke Reintje al schaamtelooze avonturen, als een echt gondeltje. ¶ Is. Querido, Het volk God’s dl 2 (1932), p. 406