IJt, uitwerpselen; sperma. Volgens Endt (1974) komt het woord nog voor in het gezegde ‘eit wat de bok leit’ (wat de kat, de hond schijt, als varianten) voor ‘onzin’ of als ‘dooddoener op een vraag’. In de Duitse volkstaal wordt sperma o.a. ‘Eiscreme’ genoemd. In het Franse prostitutiejargon gebruikt men de grappige aanduiding ‘confiture d’homme’.
Je moet er brilkriem opsmeren, brilkriem met ijt, man.
Jan Cremer: Logboek. 1978