Wat is de betekenis van eit?

2024-04-25
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

eit

(1948) (Barg.) (vooral kindert.) oorsmeer; uitwerpselen, drek; sperma. Nog voorkomend in het gezegde ‘eit wat de bok leit’, met varianten: ‘wat de kat, de hond schijt.’ Het woord is veel ouder en komt ook in het Afrikaans voor. • (M. Nijhoff: Bijdragen tot de taal-, land- en volkenkunde van Nederlandsch-Indië. 1948...

2024-04-25
Nederlandse Voornamenbank

Meertens Instituut (2020)

Eit

Zie Eid

2024-04-25
Jargon & Slang van Prostituees en pooiers

Marc De Coster (2017)

Eit

mannelijk zaad. Talrijke synoniemen in de volkstaal, o.a.: kwakkie, geil, fut, buiksmeer, crème de banane, likeur, stijfsel. Vgl. ook Du. Eis, Spucke; Eng. spunk, gism, baby-juice, come,juice, scum; Fr. blanc, carne, foutre, jus de corps, sauce, semoule.

2024-04-25
Woordenboek van Eufemismen

Marc de Coster (2004)

eit

IJt, uitwerpselen; sperma. Volgens Endt (1974) komt het woord nog voor in het gezegde ‘eit wat de bok leit’ (wat de kat, de hond schijt, als varianten) voor ‘onzin’ of als ‘dooddoener op een vraag’. In de Duitse volkstaal wordt sperma o.a. ‘Eiscreme’ genoemd. In het Franse prostitutiejargon gebruikt men de grappige aanduiding ‘confiture d’homme’. J...

2024-04-25
Erotisch woordenboek

Hans Heestermans (1977)

eit

eit - uitwerpselen, keutels; ook; sperma, (ENDT). Vgl. andere overgangen van de faecalische naar de erotische sfeer als: beschijten. ejaculatie, zaadlozing;

2024-04-25
Voornamenboek

Dr. Johannes van der Schaar (1964)

Eit

m -> Eid (Dr.).