Woord waarmee men in overheidskringen het woord corruptie wil verhullen, vooral in de zinswending ‘aantasting van de bestuurlijke integriteit’. Ambtenaren dienen zich te laten leiden door letter en geest van anti-corruptiebepalingen. Zij worden geacht zich moreel staande te houden en niet te zwichten voor corruptie (aannemen van steekpenningen bijvoorbeeld). Integriteit staat echter voor heel wat zaken: nevenfuncties; belangenverstrengeling; informatiemisbruik; discriminatie; intimidatie, conflicten tussen privé-belang en functie enzovoort.
Voor zover serieuze corruptie ter sprake komt, is dat altijd onder de positieve noemer van het ‘handhaven van bestuurlijke integriteit’. Preventie wint het van repressie en een gezellige discussie over de toelaatbaarheid van de kleinigheden overheerst.
Elsevier, 06-11-99
De officieren van justitie die het onderzoek naar Peper hebben geleid, blijken overigens in een brief aan het Rotterdamse raadslid Kneepkens (Stadspartij ) te hebben vastgesteld dat Peper zich schuldig heeft gemaakt aan ‘aantasting van de bestuurlijke integriteit waarbij er sprake is van een grote mate van voorbeeldwerking’.
NRC Handelsblad, 14-12-2000