Erotisch woordenboek

Hans Heestermans (1977)

Gepubliceerd op 17-03-2020

trul

betekenis & definitie

trul - mannelijk lid; wrsch. is de eig. bet. ‘deegrol’, dus 'n langgerekt voorwerp, zoals ook stang, staaf e.d. In de aanh. in een akrostichon.

Tragt gy te weten waar men 't Vrouwvolk mee geneest, Roer drooge, simpele, noch andre viese kruiden, U moeite is ydel; maar laat ik het u beduiden, Lees de eerste letters van dees regels, die doen 't meest, Pans Fluytje 74 [1675].