temeie(r) - hoer; uit hebr. temea ‘onrein’. We wenkten haar en ze kwam bij ons aan 't tafeltje. ‘Fokkiefokkie? vroeg ze aan me, dus toch 'n temeier?, CREMER 320 [1962].
Hierbij; temeierlikker, hoertje dat fellatio doet (Boeventaal 67).
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: