Erotisch woordenboek

Hans Heestermans (1977)

Gepubliceerd op 17-03-2020

duif

betekenis & definitie

duif - lichtekooi; bijzit (vgl. vloerduif). En denken zy spaade (= later, H.) nog eens op het trouwen, Dat is om wat duyfjes voor 't geld van de Vrouwen, VAN HALMAEL, Verv. v. d.

Geveinsde Kwaker 17 [1709]. Liefhebbers van makke duiven, Lotgeval van een 46 Jajem sjorafbroeder 12, pamflet [± 1845].Hierbij: duiven op zolder houden, een bordeel houden: duifhuis, bordeel. (Ick zou hem) ... gheleert hebben Van eens Princessen Hof een duyfhuys maken, U.d.Am. E8 [m. 16e e.]