Ensie 1950

Redactie Gerrit Krediet, Jan Baert, Jac. Bot, Salomon Kleerekoper (1950)

Gepubliceerd op 04-07-2019

De telefoon

betekenis & definitie

De moderne samenleving is ondenkbaar zonder het verkeersmiddel van de telefoon. Uitvallen van de telefoon zou een ontwrichting van het economische leven teweeg brengen en het bestuur in hoge mate belemmeren.

Haar importantie moge blijken uit het aantal gesprekken per dag, dat in Amsterdam bij het ingebruikstellen van de Gemeentetelefoon in 1896 gemiddeld 10 000 bedroeg, en in 1948 gemiddeld 330 000 beliep.Amsterdam verleende als eerste in 1880 een concessie voor aanleg en exploitatie van een plaatselijk telefoonnet en wel aan de International Bell Telephon Company te New York, weldra overgedragen aan de Nederlandsche Bell Telephoon Mij. Ook in andere plaatsen legde deze maatschappij telefoonnetten aan. Het Rijk verleende haar van 1887 af concessies voor intercommunale telefoonverbindingen (de eerste Amsterdam-Haarlem en AmsterdamZaandam). Reeds spoedig werd op dit gebied overgegaan tot overheidsexploitatie, waarbij het algemeen belang, maar ook de gebleken lucrativiteit dezer bedrijven een rol speelden. Amsterdam nam de telefoon in eigen exploitatie in 1896, het Rijk zegde zijn concessies aan de Ned. Bell Telephoon Mij op in 1897.

De Telegraaf- en Telefoonwet kwam in 1904 tot stand. In 1913 werd het Staatsbedrijf der P.T.T. opgericht, waarvan de telefoon een onderdeel uitmaakt. De concessies aan de particuliere maatschappijen werden ingetrokken (1908-1919) en de plaatselijke telefoonnetten genaast (1919-1927). Amsterdam, Rotterdam en Den Haag behielden hun gemeentetelefoon tot September 1940, toen ook deze door het Rijk werden genaast, waarmede de concentratie was voltooid.

De perfectionnering van het telefoonverkeer door automatisering begon in de drie grootste gemeenten, het Rijk volgde in de jaren 1924/1926. De voortzetting hiervan is door de tweede wereldoorlog vertraagd; thans is een nieuw plan in uitvoering, waarvan wordt aangenomen, dat het in 1956 zal zijn voltooid, waardoor Nederland dan een der modernste telefoonnetten zal bezitten.

Het internationale telefoonverkeer gaat vrijwel uitsluitend over de kantoren Amsterdam en Rotterdam; het radiotelefoonverkeer uitsluitend via Amsterdam.

De nieuwste uitvinding op dit gebied, de mobilofoon, waarmede men van een verplaatsbaar voertuig uit een telefonische aansluiting kan verkrijgen, is reeds in 1949 in gebruik gesteld.

Het telefoontarief wordt geheven volgens het beginsel van gelijke betaling door ieder voor een gelijke prestatie; een differentiatie op sociale gronden ontbreekt daarin. De differentiatie, die in deze tarieven wel tot uitdrukking komt, vindt haar oorsprong bij de abonnementen in de grootte van het districtsnet en bij de gesprekken in de afstand.