Ensie 1949

Redacie Cornelis Jakob van der Klaauw, Herman Johannes Lam, George Lignac (1947)

Gepubliceerd op 10-07-2019

Stedebouw

betekenis & definitie

De stad onderscheidt zich in hygiënisch opzicht van het platteland.

Terwijl het platteland spaarzaam bevolkt is, komen in sommige oude stadswijken ongeveer 1000 inwoners per ha voor. Het grotere contact tussen de mensen doet groter infectiegevaar ontstaan. In Zweden was van 40% der onderzochte personen de Pirquet-reactie positief, terwijl van dezelfde categorie in Stockholm 93% positief reageerde. Wat de invloed van de stad op de geestelijke gezondheid betreft, heeft men aanwijzingen gezocht in de criminaliteit, de prostitutie, opneming in krankzinnigengestichten, zelfmoord enz. De gegevens laten geen zekere gevolgtrekking toe. I.h.a. wordt aangenomen, dat de stedeling vlugger reageert, levendiger is en intelligenter dan de plattelander.

De nadelige werking van de stad doet zich vooral in de achterbuurten gelden, waar de ongunstigste toestanden heersen en bovendien de sociaal resp. financieel zwaksten wonen. Overbrengen van deze bevolking naar moderne wijken doet het sterftecijfer dalen.

De luchtverontreiniging is in de stad groter dan op het land. Zwaveldioxyde en vaste deeltjes (rook) komen vooral in de fabriekssteden voor, ’s winters meer dan ’s zomers (stoken in woningen). De stofdeeltjes vormen condensatiekernen voor waterdamp, waardoor de stadsmist optreedt. De troebelheid van de lucht maakt dat minder zonnestralen, o.a. de ultraviolette, doordringen. Berlijn ontvangt ’s winters ca 20% minder zonnestralen dan Potsdam.

De luchtverontreiniging wordt kleiner naarmate meer centrale verwarming wordt gebruikt (vooral Fernheizung), de fabrieken onder strenger toezicht komen en de stoomtreinen door electrische vervangen worden.

De bouwblokken beïnvloeden zowel de richting als de kracht van de wind. De wind bevordert de ventilatie van de stad. Deze heeft verder plaats doordat de warme stadslucht opstijgt en aan de periferie door landlucht wordt vervangen. Ook wervelstromen bevorderen de ventilatie.

De hygiënische vraagstukken komen vooral naar voren bij de sanering van oude wijken en bij de stadsuitbreiding.

De sanering omvat de afbraak van een woonwijk en een constructieve opbouw. Afhankelijk van omstandigheden zalde opbouw verschillend zijn (Rotterdam: bouw van stadhuis en andere grote gebouwen; Utrecht: doorbraak voor wegenaanleg). Veelal zal city-vorming plaatsvinden, waarbij het gevaar bestaat dat in resterende delen van een achterbuurt de zelfkanters der samenleving zich vestigen.

Bij de uitbreidingsplannen moet voor veel groen gezorgd worden. Als norm voor de per inwoner vereiste oppervlakte wordt opgegeven 4,5 m2. Den Haag beschikte over ruim 14 m2. De parken moeten niet als de longen van de stad beschouwd worden, maar als plaatsen van lichamelijke en geestelijke recreatie.

Mede dank zij de moderne stedebouw is het sterftecijfer in de stad tegenwoordig lager dan op het land, terwijl de eeuwen door het tegenovergestelde het geval geweest is (1880: Rijk 23,5, Amsterdam 27; 1939 Rijk 8,6, Amsterdam 8,4).