I. jong; the night is yet young, het is nog vroeg in de nacht; a young family, (een troep) kleine kinderen; young lady, 1. jongedame; 2. (jonge)juffrouw [v. ongetrouwde dames]; his young lady, zijn meisje; young man, jonge man, jongmens; her young man, haar vrijer; a young one, een jong [v. dier]; the young ones, 1. de kleinen; 2. de jongen; the young ones cackle as the old cock crows, zoals de ouden zongen, piepen de jongen; young things, jonge dingen (meisjes); his young woman, zijn meisje; young in crime, nog onervaren in de misdaad;
II. jongen [v. dier]; the young, de jeugd.