Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

Gepubliceerd op 07-04-2022

sort

betekenis & definitie

I. soort; slag; all sorts (and conditions), (van) allerlei slag; all sorts of things, van alles (wat), alles en nog wat; he is not a had sort, hij is geen kwaaie vent; after a sort, in zekere zin, op zijn (haar) manier; after his own sort, op zijn manier; in a sort of way, in zekere zin, op zijn (haar) manier; a... of a sort, zo'n soort van...; nothing of the sort, 1. niets van die aard; 2. niets daarvan!; of sorts, 1. in zijn soort; 2. een soort (van)...; out of sorts, niet erg lekker; uit zijn humeur; sort of, om zo te zeggen, als ‘t ware, enigermate, een beetje;

II. sorteren, rangschikken, uitzoeken (ook: sort out);

III. sort well with, goed komen bij, stroken met.

< >