I. 1. spion; 2. verkenner; padvinder; 3. studentenoppasser; 4. ± wegenwachter); 5. verkenningsvaartuig; 6. verkenningsvliegtuig; Chief Scout, Hoofdverkenner;
II. verkenningen doen in, verkennen || verachtelijk afwijzen, verwerpen;
III. op verkenning uitgaan (zijn).