Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

Gepubliceerd op 28-02-2022

enter

betekenis & definitie

I. binnentreden, in-, binnengaan, -komen, -dringen; betreden; zich begeven in; zijn intrede doen in; in dienst treden bij; gaan in (bij); (laten) inschrijven, boeken; aangeven; toelaten; inklaren; enter an appearance, verschijnen; enter one’s name, zich aangeven;

II. binnentreden; binnengaan, -komen; opkomen zich laten inschrijven, zich aangeven; enter Hamlet, Hamlet komt op; enter against, [goederen] op rekening schrijven van; enter into, aanknopen [gesprek]; aangaan [verdrag]; beginnen, gaan in [zaken]; zich verplaatsen in, iets voelen voor, inkomen; ingaan op; deel uitmaken van; er aan te pas (er bij) komen; enter (up)on, aanvaarden; in bezit nemen; beginnen (aan); ingaan [zijn 60ste jaar].

< >