1 I scheur, spleet, barst, kloof, kaak; scheuren, splijten, (doen) barsten, kloven.
2 kwant, knaap, vent(je).
Gepubliceerd op 14-02-2022
betekenis & definitie
1 I scheur, spleet, barst, kloof, kaak; scheuren, splijten, (doen) barsten, kloven.
2 kwant, knaap, vent(je).
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: