(Spdrtina). Geslacht van grassen. Oorspronkelijk kwam in Zeeland alleen het klein slijkgras (S. maritima) voor.
Deze soort was een algemene pionier op slikken en lage schorren. Eind vorige eeuw is waarschijnlijk in Zuid-Engeland een bastaard ontstaan tussen deze soort en een Amerikaanse verwant (S. alterniflóra). Uit deze bastaard (S.x towméndii) is door chromosoomverdubbeling een nieuwe soort ontstaan: (S.dnglica). Het Engelse slijkgras (S. towméndii) is in 1924 en 1925 door ir. A. G. → Verhoeven en dr. J. P.
Lotsy ten behoeve van de landaanwinning uit Engeland in Zeeland ingevoerd en uitgeplant in het Zuid-Sloe. Van hieruit heeft deze soort zich massaal uitgebreid over alle Zeeuwse schorren en hogere slikken, waar het klein slijkgras nu vrijwel is verdrongen. Het Engelse slijkgras komt ook langs andere Westeuropese kusten (o.a. het Waddengebied) veelvuldig voor.
